Hoe voorbereiden op een anderstalige nieuwkomer in de klas?
Het allerbelangrijkste bij de eerste opvang, of het nu in een aparte onthaalklas of in een reguliere klas is, is het ‘welkomstgevoel’ en het ‘veiligheidsgevoel’. Dit is de eerste voorwaarde om tot leren te kunnen overgaan. De rest komt vanzelf. Hierbij zijn er enkele aandachtspunten waarbij je als leerkracht rekening dient te houden. Een eerste belangrijk punt is de uitspraak van de naam van de leerling. Leerlingen voelen zich namelijk pas echt welkom als je hun naam correct uitspreekt zonder dat je het hem/haar meerdere keren moet vragen.
Ook is het belangrijk dat je de andere kinderen in de klas voorbereidt op de komst van de anderstalige via het klasgesprek. Vertel hen wie er komt, hoe ze zich het best kunnen gedragen, wat ze wel of niet kunnen vragen, waar hij/zij het moeilijk mee zal hebben, hoe ze samen de nieuwe leerling het beste kunnen opvangen, ... Zorg ervoor dat de AN ook een specifieke plaats krijgt in de klas. De plaats in de klas moet ervoor zorgen dat er voldoende interactie mogelijk is met de leerkracht en met de andere Nederlandstalige leerlingen. Bij voorkeur plaats je de anderstalige leerling naast een mondige en zeer vaardige moedertaalspreker. De speeltijd- en andere momenten moet je verder ook goed in het oog houden. Een houvast bieden daarbij is belangrijk. Kinderen weten immers niet wat hen te wachten staat, het maakt hen onzeker. Daarom kan je als leerkracht best de structuur van de dag duidelijk maken aan de hand van pictogrammen. Ook zorg je voor een plaats waar de anderstalige even tot rust kan komen. Wanneer een rustig hoekje niet beschikbaar is, kan je gebruik maken van een persoonlijke doos. Dit is een doos waar ze bijvoorbeeld een foto of een tekening in steken om rustig te bekijken. Om te communiceren met de anderstalige nieuwkomer maak je best gebruik van zoveel mogelijk afbeeldingen en/of pictogrammen. Daarbij is het belangrijk dat je je taal zoveel mogelijk ondersteunt met gebaren en bewegingen. Zo loop je bijvoorbeeld effectief naar de deur wanneer je zegt: 'we openen de deur.' Je kan ook samen met de klas enkele gebaren afspreken. Op deze manier wordt het ook nog plezierig voor de andere leerlingen. Als je merkt dat het echt niet lukt in de klas, kan je ook altijd een lijstje aan de ouders vragen met zinnetjes in hun moedertaal. Deze kan je dan gebruiken ter ondersteuning van het Nederlands. Het belangrijkste punt is het aanduiden van 'een buddy'. Dit kind zal die dag of die week, om te beginnen, de anderstalige nieuwkomer begeleiden in de klas. Daarnaast kun je ook beroep doen op de meertalige kennis van de andere leerlingen in de klas of de andere leerlingen op de school. Zij kunnen misschien wel vertaler-tolk spelen voor de anderstalige nieuwkomer wanneer de leerkracht aan hen iets vraagt. |
Tips voor in de klas
|